Producten moeten altijd gecodeerd worden. Na het coderen is het ook zaak dat ze vertaald worden in een symbool, oftewel een barcode. Er wordt eerst bekeken welk symbool je nodig hebt. Vervolgens kan er gekeken worden naar de specifieke kwaliteitseisen van het gekozen symbool. Er kan prima geadviseerd worden door een drukker of ontwerper over het soort symbool en de kwaliteitsnormen van de verschillende symbolen. Wil je hier zelf mee aan de slag? Lees dan snel verder. Om een barcode goed scanbaar te maken, moet het voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen. Deze kwaliteitsnormen hebben te maken met onder andere de grootte, kleur en de plaats op de verpakking. Ook speelt de druk- of printmethode heeft hier invloed op. Er kan bijvoorbeeld een barcode gemaakt worden met een barcode printer of met een etiketteermachine. Een barcode maker heeft een minimale en een maximale vergrotingsfactor. Je mag een barcode tot 80% verkleinen en tot 200% vergroten. Zorg er hierbij wel voor dat je de hoogte en de breedte van de barcode meegeschaald hebt, want de verhouding moet gelijk blijven. Het is zo dat alle barcodes zowel links als rechts van de barcode een witruimte moeten hebben. Dit is namelijk nodig om de barcode te kunnen scannen. In deze witruimtes links wordt het eerste cijfer van de code geplaatst. Wat ook belangrijk is, is dat er voldoende contrast is tussen de donkere strepen en de lichte ondergrond. Een scanner maakt gebruik van rood licht, waardoor kleuren anders worden waargenomen dan met het menselijk oog. De plaats van een barcode bepaalt ook hoe goed de barcode gescand kan worden. Bij voorkeur plaats je de barcode rechtsonder op de achterzijde van de verpakking. Zorg ervoor dat de barcode op gebogen oppervlakken, zoals bij blikjes of flesjes, meelopen met de ronding. Bij voorkeur lopen ze dan ook evenwijdig aan de drukrichting. |
https://coding.koenig-bauer.com/nl/ |